Verhaal
Ouder worden
“Hou daar nou eens over op”, zei zoon een tikje geïrriteerd, terwijl hij een klusje voor mij aan het klaren was. Iedere avond bellen zij even op, om te checken of ik niet buiten westen voor Pampus lig, of zo. Kennelijk had ik verteld dat ik ergens een probleem(pje) mee had. Want onverwacht stonden zoon en schoondochter Laura voorde deur. Mijn klusje was in een vloek en een zucht klaar en toen was er koffie, zogezegd.
Ooit is dat opbellen afgesproken, zij houden zich eraan, nu al een paar jaar. Ik had mij nooit gerealiseerd dat ik me daardoor zoveel veiliger zou voelen. Want eigenlijk voelde ik mij in mijn uppie ook in mijn te grote oude huis al prima op mijn gemak. Maar wat een verschil, te weten dat iemand een oogje in het zeil houdt. Ik ben enorm dankbaar voor dat dagelijkse contact, eventjes. En waar ik nu over op moest houden, ik zou het niet weten.
In ons leven kunnen we het nooit helemaal alleen af. Vanaf onze geboorte tot aan onze dood hebben we mensen om ons heen nodig: je ouders, kinderen uit de buurt en van school, mensen van je werk. Je maakt vrienden en krijgt een circuit van kennissen – een netwerk heet dat tegenwoordig. Naarmate we ouder en volwassener worden kunnen we wel steeds meer alleen af. En dat is goed. Maar we kunnen niet buiten het contact met, soms hulp van, anderen – dat netwerk, je kinderen, buren of instanties waar je terecht kunt. Maar je moet wel hulp durven vragen. Onze generatie vrouwen heeft dat nooit geleerd. We leerden wel hulp bieden, als meisje leerden we dat we altijd klaar moesten staan voor anderen. Hoe het met onszelf ging was niet aan de orde. Toen ik pas getrouwd was en binnen de kortste keren vijf baby’s kreeg had ik dringend huishoudelijke hulp nodig. Niet te krijgen, in Den Haag in de jaren ’60. Daar leer je ook weer van: onderscheid maken tussen wat belangrijk is en wat niet zo nodig gedaan moet worden. Daar heb ik mijn hele leven profijt van gehad. Dat noem ik efficiency.
Nu ben ik zo ver dat ik sommige dingen doodgewoon niet meer doe; geen zin meer in of, vaker, helemaal niet meer nodig. De urgentie van mijn huis poetsen is over. Belangrijker is het contact onderhouden met mensen die mij dierbaar zijn. Dan zijn er altijd zoon en schoondochter; op de achtergrond, vaak op de voorgrond aanwezig.
Ik voel me bevoorrecht, om dat dure woord maar eens te gebruiken. Met op mijn oude dag nog een redelijk fit lijf, een comfortabel huis en kinderen waar ik zielsgelukkig mee ben.
Wat vindt u?
Aletta.