Verhaal
Over wonen gesproken
Zo’n anderhalf jaar geleden ben ik verhuisd. Van een zogenaamd klassiek woonhuis uit 1916 met drie woonlagen en hoge plafonds – veel onderhoud, hoge energierekening – waar ik dertig jaar plezierig heb gewoond, naar een zelfstandig (aanleun) appartement. Ik heb er geen moment spijt van gehad.
Ouderen moeten zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, dat willen ze zelf ook, is het standpunt van de overheid – rijk en gemeenten. Logisch, iedereen wil graag zelfstandig wonen, ouderen dus ook. Maar het moet wel kunnen. Niet iedereen wil en kan tot zijn laatste snik in zijn uppie in zijn te grote te bewerkelijke huis blijven wonen; de vraag naar comfortabele zelfstandige ouderenwoningen zal dan ook toenemen. Want ook het aantal ouderen blijft de komende jaren toenemen. Niet alleen omdat we langer leven, ook omdat de babyboomgeneratie inmiddels hoogbejaard aan het worden is. Bovendien heeft het regeringsbeleid van scheiden van zorg en wonen ertoe geleid dat de traditionele verzorgingshuizen worden afgebouwd; je moet ondertussen wel halfdood zijn wil je in aanmerking komen voor een indicatie voor een zorg- of verpleeghuis. De behoefte aan zelfstandige ouderenwoningen zal daarom blijven groeien.
Maar waar moeten al die ouderen dan straks wonen? En hoe ziet zo’n ouderenwoning er uit? Een ouderenwoning moet gemakkelijk toegankelijk en doorgankelijk zijn, betekent dat er in een flatcomplex liften zijn; binnen moet je met je rolstoel uit de voeten kunnen: geen drempels, brede deuren. Dat heet levensloopbestendig. Een bouwkundige heeft mij ooit verzekerd dat deze manier van bouwen goedkoper is dan de traditionele bouw als het standaard gebeurt. Zo’n huis is niet alleen voor ouderen gemakkelijk, kijk ook eens naar gezinnen met kleine kinderen. Bovendien moet er een bushalte en een supermarkt(je) dichtbij zijn. Want u wilt toch niet voor uw halfje bruin en kropje sla steeds de bus moeten nemen of de buurvrouw vragen?
Op dit moment is het tekort aan ouderenwoningen landelijk 84.000 en er wordt tot 2021 een noodzakelijke uitbreiding verwacht van 44.000 per jaar (bron: Monitor Investeren voor de Toekomst 2012). Opvallend is dat het gebrek aan ouderenwoningen zich overal in het land voordoet. Niet alleen de Randstedelingen zijn de klos.
Nu hoeven wij niet lijdzaam af te wachten tot het de overheid en corporaties behaagt te bouwen. Volgend jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen; de politieke partijen zullen binnenkort van zich laten horen met voorstellen voor hun verkiezingsprogramma’s. Wij ouderen kunnen een flinke stem in het kapittel hebben: we zijn met velen, hebben dus invloed, we hebben ervaring, we kunnen onze belangen zoals goede ouderenhuisvesting bij partijen kenbaar maken. Want er wordt naar ons geluisterd, dat leert de ervaring. Doet u mee?
Toen ik anderhalf jaar geleden verhuisde was ik nog redelijk fit en mobiel. Ik heb ongevraagd veel hulp van mijn kinderen gehad. Verhuizen is een behoorlijk ingrijpend gebeuren. Je moet opruimen, steeds kiezen: neem ik dit mee of gaat het weg, je hele verleden gaat door je handen.. Ik ben erg blij dat ik niet te lang heb gewacht, dat ik het nog goed aankon. Want als je krakkemikkig begint te worden is dat allemaal extra zwaar. Daarom een advies(je): wacht niet te lang met verkassen naar een kleinere woning. Doe het als u nog vitaal bent.
Ik wens u een fijne oude dag toe!