Reportage
Multicultureel vrouwencentrum Jasmijn bestaat 35 jaar
Hetzelfde en anders
Ik praat met Alice Thijs, directeur van Jasmijn sinds 2004. Wat zou nog hetzelfde zijn gebleven in die 35 jaar ? en welke dingen zijn veranderd? Over wat hetzelfde is gebleven kan ze kort zijn: “Natuurlijk geven we nog steeds fietsles aan vrouwen met een migratieachtergrond. Dat deden we 35 jaar geleden en dat is nog steeds nodig!” Dingen doen die nodig zijn is iets wat past bij Jasmijn en dat is precies wat hetzelfde is gebleven. Dat er dingen veranderd zijn is ook waar, want Jasmijn gaat mee met maatschappelijke veranderingen. Alice: “We praten niet meer over allochtone vrouwen maar over vrouwen met een migratieachtergrond en eigenlijk zou het woord ‘multicultureel’ ook kunnen verdwijnen uit de naam, dan krijg je ‘Vrouwencentrum Jasmijn’. Immers alle vrouwen zijn welkom in een vrouwencentrum. Voorheen vroegen Nederlandse vrouwen nog wel eens of zij ook hier mochten komen, maar we zijn er ook altijd voor Nederlandse vrouwen geweest.”
De onschuld kwijt
Jasmijn start in 1987 als een buurtcentrum in de Sionskerk aan de Korreweg, gericht op de ontmoeting allochtoon-autochtoon. Destijds waren ze vooral opzoek naar samenhang en begrip over en weer. Het liep meteen geweldig en in 2001 zijn ze verhuisd naar de Floresstraat waar ze nu zitten. “Destijds waren we nog optimistisch” vertelt Alice. Het waren de jaren voor de moord op van Gogh, 9/11 en voor de opkomst van IS. Alice: “ Ik heb het gevoel dat de maatschappij is verhard, dat we die onschuld zijn verloren. We merken dat vrouwen met een Islamitische achtergrond erop worden aangesproken, gewoon op straat of op het schoolplein. Na de aanslag op van Gogh zaten hier huilende vrouwen.” Jasmijn speelde hierop in door vrouwen middels rots en water trainingen weerbaarder te maken. “Het is belangrijk dat vrouwen niet angstig thuis blijven zitten.”
Meedoen
Jasmijn is sinds het begin breder geworden, het gaat niet alleen om ontmoeting maar ook om meedoen aan de samenleving. Hetzij via werk, trainingen en cursussen, hetzij via vrijwilligerswerk. ”Onze specialiteit is dat wij de vrouwen vinden en bereiken en er achter kunnen komen wat er nodig is en wat er moet gebeuren. Specifieke expertise kunnen we van buiten halen, bijvoorbeeld iemand die marketingonderzoek kan doen als vrouwen een eigen bedrijf willen beginnen of iemand van het Alfacollege of Noorderpoort die een boekhoudcursus kan geven.”
Vrouwen onder elkaar
“Eigenlijk zouden wij overbodig moeten zijn, maar feit is dat de samenleving nog steeds vaak is ingesteld op mannen. Vrouwen ervaren toch nog vaak druk van mannen om zich heen.” Alice noemt het voorbeeld van een Nederlandse vrouw die bij Jasmijn op computercursus zat, maar haar man had verteld dat ze naar naailes ging. Haar man mocht het niet weten want ‘dan gaat hij me me vertellen hoe het moet’. Alice: “Ze bedoelen het niet kwaad, maar vrouwen kunnen de druk voelen van mannen die even de ruimte innemen, of vertellen hoe iets moet. Daarnaast hebben we hier ook vrouwen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld of met een burn out en die hier rustig op adem kunnen komen. Vrouwen komen veel eerder tot ontplooiing in een omgeving met alleen maar vrouwen.” Dus nee, voorlopig is een vrouwencentrum niet overbodig.
Mannen
Bij Jasmijn komen zo’n 500 vrouwen per week over de vloer, gemiddeld zijn er 50 tegelijk in het gebouw. Alice vertelt dat waar het heel vroeger zo was dat mannen niet welkom waren je nu wel eens een man in het gebouw kan tegenkomen, “Maar dan heeft hij hier iets te doen -een cursus geven bijvoorbeeld- en niet om zomaar een kopje koffie te komen drinken.” Ze moet lachen als ze vertelt dat als er een man rondloopt het meestal een autochtone vrouw is die zegt ‘wat doet die man hier!’
Diversiteit
“Diversiteit en inclusie zijn belangrijk. Er zijn negen betaalde krachten (drie met een autochtone achtergrond en zes met een migratieachtergrond) en zo’n 30 vrijwilligsters (en in de andere wijken waar Jasmijn vrouwengroepen begeleid nog zo’n 50) die, evenals het bestuur altijd een afspiegeling van de samenleving vormen. “Het leuke van zo’n vrouwencentrum is dat we allemaal vrouw zijn en dat deze overeenkomst belangrijker is dan alle verschillen die er ook zijn, qua religie of cultuur. Ik heb meegemaakt dat heel verschillende meisjes over en weer nieuwsgierig naar elkaar waren. ‘Mogen jullie helemaal niks van je man of vader’ vroeg een Antilliaanse aan een gesluierde en andersom: ‘is het waar dat Antilliaanse vrouwen kinderen van verschillende vaders krijgen?’ Beide meisjes gaven eerlijke antwoorden: ‘ Het is mijn eigen keus om een hoofddoek te dragen’ en ‘ ja, het komt voor dat Antilliaanse vrouwen kinderen van verschillende mannen hebben, dat heeft te maken met het slavernijverleden toen vrouwen gedwongen werden met verschillende mannen te gaan’ . Zo toetsen de vrouwen hun vooroordelen aan elkaar.“ Gelijkwaardigheid en eigen verantwoordelijkheid zijn sleutelwoorden bij Jasmijn.
Moeders
Ook naar buiten toe is Jasmijn actief. “We zijn nauw betrokken geweest bij de campagne tegen radicalisering van de gemeente. Wij hebben immers de moeders van de jongeren en die moeders konden heel goed duidelijk maken dat als hun zoon op de bank komt te zitten met zijn mobieltje omdat hij geen stageplek kan vinden -want bedrijven kiezen eerder Henk dan een Hassan- dat dat de manier is om problemen te krijgen.”
Ouderen
“Voor de crisis van 2008 waren er veel vrouwen die een eigen bedrijf wilden beginnen. Daar hebben we ze in ondersteund met cursussen en trainingen. Wat er nu speelt is dat een aantal vrouwen met een migratieachtergrond minder willen gaan werken omdat hun (schoon)moeder ouder wordt en ze daarvoor willen zorgen. We hebben daarom een dagopvang voor deze ouderen opgezet en een aantal vrouwen waarvan het Nederlands net niet goed genoeg is voor een reguliere baan getraind om ouderen die thuis wonen te ondersteunen. Ze gaan bijvoorbeeld mee naar een specialist of maken ze vertrouwd met de Thuiszorg. Jasmijn is als het ware levensloopbestendig.”
De wereld komt binnen bij Jasmijn
“Wat ik op dit moment hoor is hoe pijnlijk en confronterend sommige vrouwen het vinden dat er zo weinig aandacht wordt gegeven aan de oorlog die in hun land al jaren aan de gang is. De witte mensen in Oekraïne lijken belangrijker dan hun ouders in Ethiopië of Jemen die in een stad wonen die ook gebombardeerd word. Dit soort gesprekken voeren we hier ook met vrouwen die dit allemaal benoemen: ‘Vertel, wat zit je dwars … ‘ .
Het ‘Vertel, wat zit je dwars en waar liggen de kansen’ lijkt in het DNA van Jasmijn te zitten, met als toevoeging dat er daarna ook een actie op volgt.
Verveer