Reportage
Lullen met Lara Afl. 5 – Yorick
Van sommige mensen word je vrolijk, alleen al door er aan te denken. Yorick is zo iemand. Als ik aan Yorick denk, kan ik mijn glimlach niet onderdrukken.
“Mag mijn tent ook bij jullie staan?” vroeg hij afgelopen zomer toen we de auto aan het uitladen waren op het kampeerterrein van Welcome To The Village. Ik kende Yorick toen precies één autorit lang, van Groningen naar Leeuwarden. Op Facebook had hij het oproepje van mijn vriend gezien waarin er een plek in de auto naar het festival werd aangeboden. En zo zat de vrolijke Yorick, gepropt tussen alle kampeerspullen, bij ons achter in de auto.
Vanaf het moment dat hij instapte veranderde onze autorit in een gezellige schoolreis waar iedereen door elkaar tetterde. De vraag of Yorick zijn tentje bij ons mocht zetten was daarom ook totaal overbodig. Natuurlijk mocht dat.
We zijn nu vier maanden verder en nog steeds zie ik Yorick regelmatig. Achter de bar, op feestjes, bij concerten, bij een kampvuur of backstage bij evenementen: Yorick is overal. Eigenlijk helemaal niet vreemd want ik ken niemand die zo veel verschillende dingen doet. Misschien past dat ook wel bij iemand die filosofie studeert. Daarnaast ken ik ook niemand die zó behulpzaam is. Waar de meeste mensen al snel een smoes verzinnen wanneer ze gevraagd worden ergens te helpen, heeft Yorick al lang volmondig ja gezegd. Zo hielp hij een paar weken geleden nog bij een verhuizing waarbij hij halverwege het sleepwerk maar eens vroeg wie hij eigenlijk aan het verhuizen was. Een mooie eigenschap maar soms ook wel wat vermoeiend.
“Op een gegeven moment had ik gewoon zeven dagen per week dagen van twaalf uur.”, vertelde Yorick mij toen we vanochtend in een veel te hippe conceptstore onze muntthee dronken. Toen hij na een blik in zijn agenda zag dat het maken van een afspraak met een goede vriend pas na een maand weer kon, wist hij dat er iets moest veranderen. Een paar weken geleden besloot Yorick dat hij niet overal ja op hoefde te zeggen en best ook iets langer over zijn studie mocht doen. Daarom had jij nu ook tijd voor mij. Een wijs besluit van een vrolijke student wijsbegeerte.
Na het gezellig afzeiken van alle musthaves in de conceptstore, het vaststellen dat we beiden fan van Budapest zijn en de treurige constatering dat “Hebben we er gin in?” toch niet door ons is bedacht maar al een tijd lang de lijfspreuk van Gerard Joling is, geef ik Yorick een knuffel en stap ik op mijn fiets. Terwijl ik door de motregen fiets denk ik aan Yorick. Met een glimlach, ik kan er niets aan doen.