Reportage
Koffiecontact in de Mesdagkliniek
We gingen op een avond met z’n tienen naar binnen om koffie te drinken met patiënten van de Mesdagkliniek. Dat klinkt ergens een beetje sensationeel maar het was gewoon een gezellige avond met een stel mannen die -zo hoorde ik- erg naar onze komst hadden uitgekeken. Er waren hapjes en nootjes, goeie koffie en thee en veel gesprekken. “Mag ik bij je komen zitten?” vraag ik, en daarna “Hoe gaat het met je?” Want ja, hoe begin je een gesprek met iemand waarvan je je niet kan voorstellen hoe die leeft. Dit zijn mensen die echt heel, heel erg in de fout zijn gegaan en nu in behandeling zijn. Je moest soms even goed kijken wie patiënt en wie begeleider was: begeleiders hebben een pieper aan hun riem. De humanistisch pastor was er ook. Ze tikte me even op de schouder en zei zachtjes, “die man achter je vindt het heel moeilijk om contact te maken.” Dus maken we contact. “Mag ik bij je komen zitten? Hoe gaat het met je?” Hij vertelt dat hij op deze plek geen vrienden heeft, maar zich wel veilig voelt, “ze groeten me wel allemaal”. Hij praat over zijn tijd nadat hij hier klaar is. “Ik ga dicht bij m’n familie wonen.” Ik spreek nog een andere man die me vertelt waar hij vandaan komt, hoelang hij hier al is en zegt dat hij soms mag koken. Zo te zien heeft hij wel een vriend. Die zit naast hem en zegt niets. Ik kijk even naar de vriend en zeg dat ik ook Engels spreek maar hij schudt zijn hoofd. Als ik weer verder ga en hem groet steekt hij z’n duim naar me op.
Op het toneel zijn een stuk of wat mannen bezig met muziek, er is een mengpaneel en er zijn een stel goede boxen. Er wordt gerapt, gezongen, ze zijn daar echt serieus bezig. Ze doen het vanwege ons bezoek hoor ik. Een van ons vertelt dat hij later op de man was afgestapt om te vragen waar zijn rap over ging, wij verstaan zijn taal niet. “Iets schunnigs” had hij gezegd. Gelukkig verstonden we er niets van. Wanneer we weer vertrekken staan we even bij elkaar na te praten. “Wat waren er veel mensen!” zegt iemand. Een ander: “Een van de patiënten vertelde dat hij niet het gevoel heeft dat hij hier heel lang zit, hoewel dat al wel langer dan tien jaar is. Dat komt misschien omdat het er hier elke dag hetzelfde aan toegaat.” De pastor zegt dat deze mannen er altijd heel erg naar uitzien dat wij van buiten langskomen “Dit koffiecontact doen we elke vier maanden, maar na twee maanden vragen ze al ‘wanneer komen ze weer?’.”