| In gesprek met Antillianen Dat is Groningen
Sluit
Menu
In gesprek met Antillianen

Reportage

In gesprek met Antillianen

In Beyum aan plein Oost op de hoek bij de fonteintjes vind je het kantoor van  KAS-Vital.  Hier kan je binnenlopen voor een kopje koffie, een praatje – ook als je geen problemen hebt. Want KAS-Vital is een plek waar je terecht kunt als je ondersteuning nodig heb en je geen zware hulpverlening wilt of durft in te schakelen.  Clara en Dudly Tjin-A-Kwie  zitten klaar om naar je te luisteren. KAS betekent huisgezin in het Papiaments, de taal gesproken op de Antillen. Het is ook de afkorting van Kurpa, Alma, Spiritu, lichaam, ziel en geest. Het gaat hen om vitaliteit op elk vlak: mentaal/emotioneel maar ook sociaal en financieel.

KAS-Vital doet mee aan het aan het programma “Vrijwillige Zorg in het gezin”  van het Oranjefonds en wordt verder ondersteund door gemeente Groningen, VSBfonds en Kansfonds.

Samen met ongeveer 15 vrijwilligers bieden Clara en Dudly een uitgebreid programma aan van thema bijeenkomsten (oa, over pesten, gezonde intimiteit, vergeven, hoe doe je dat?) creatieve workshops, educatieve workshops ( financiën, verslaving, succesvol ondernemen, en meer), ze geven pastorale hulp, er zijn vrije inloopuren en dan is er nog het project ‘Hoopvolle Toekomst’ voor jongeren, waarover straks meer.

Een brug

“Wij zijn een brug tussen de mensen en officiële instanties als bijvoorbeeld de WIJ, even verder op het plein” wijst Clara. Zij kwam als sociaal verpleegkundige al jarenlang bij gezinnen in Beyum en merkte hoe mensen vastliepen in het hulpverleningstraject en soms afhaakten omdat ze teleurgesteld waren. “Mensen durven niet altijd bij officiële instanties aan te kloppen  want heel vaak kunnen ze het probleem niet goed overbrengen en soms krijgen ze het tegenovergestelde van wat ze willen bereiken. In plaats van de hulp die ze nodig hebben krijgen ze te horen wat ze moeten doen, wat de regels zijn. En dat werkt niet altijd. Ze  vinden ook dat de hulpverlener zich te veel met het gezin gaat bemoeien, terwijl ze op dat moment iemand nodig hebben die echt luistert en meedenkt, iemand die hen in hun kracht zet. Ze hebben begrip nodig, dat je ze een handje geef en niet die bureaucratie”  zegt Clara.

Conservatief

Gevraagd of deze stroefheid in de relatie van Antillianen met instanties ook te maken heeft met een verschil in cultuur beginnen beiden druk uit te leggen en je kan merken dat dit hen raakt.

Dudly: “Nederlanders en Antillianen hebben een totaal andere beleving, soms zelfs tegengesteld, er is onwetendheid over en weer en dat leidt tot teleurstelling en wantrouwen. De Antilliaanse cultuur is heel anders dan de Nederlandse cultuur. Je moet goed begrijpen dat de meeste Antillianen streng worden opgevoed. Je moet gehoorzamen en mag geen grote mond hebben. Vervolgens krijgen deze kinderen op school te horen dat ze assertiever moeten worden, dat het lijkt alsof ze nergens belangstelling voor hebben. Maar ze gedragen zich zoals hun thuis geleerd is. Antillianen zijn erg conservatief en deze opvoeding wordt van generatie op generatie doorgegeven. Neem het voorbeeld van een moeder die van de juf te horen krijgt dat haar kind het niet zo goed doet met rekenen. Het is dan de bedoeling dat het kind bijvoorbeeld bijles krijgt. Dat is voor de moeder niet duidelijk, zij straft het kind en het kind wordt daar natuurlijk nog onzekerder van”.

‘Hoopvolle Toekomst’

Clara: “Kinderen zijn vaak 100% overstresst. Thuis aan de ene kant en de Nederlandse samenleving aan de andere kant trekken beide aan de kinderen. Wie zijn zij dan? Wat willen zij? Waar willen zij bij horen? De meeste Antillianen weten niet zo goed wat hun ware identiteit is, dit in verband met het slavernijverleden.  Hier praten we over bij onze jongeren groepen.” Clara heeft het over het jongeren project van KAS-Vital: ‘Hoopvolle Toekomst’. Zeven maanden lang komen jongeren wekelijks bijeen om te praten over wie ze zijn, wat ze lastig vinden. Een psycholoog is aanwezig om over emotionele blokkades te praten en ze leren hun minder sterke punten om te zetten in talenten. Na die zeven maanden komen ze met een eindproduct. Dit jaar was dat een videoclip  ‘Upstanding’ by The noble generation. “Je had het verschil moeten zien met hoe ze binnen kwamen: een beetje onzeker, verlegen en terughoudend.” Clara is er nog steeds enthousiast over.

De taal

Clara: “Papiamento is een commanderende taal  en dat leidt makkelijk tot misverstanden. Zo was er een Antilliaanse jongen die een uitkering wilde aanvragen bij de Sociale dienst. Tegen de mevrouw achter de balie zei hij: ‘Ik moet een uitkering hebben’. In het Papiaments is dat een normale beleefde zin, maar in het Nederlands zeg je dat niet zo en dat liet de dame achter de balie merken, waardoor de jongen, die om te beginnen al zenuwachtig was, nog onzekerder werd en de zaak uiteindelijk uit de hand liep. Wat Nederlanders zien als agressief is vaak gewoon onzekerheid.”

Het Slavernij verleden

Dudly: “In de slaventijd werden mensen tegen elkaar uitgespeeld en tegen elkaar opgezet en  dit werkt nog steeds door. Ook nu vertrouwen Antillianen elkaar niet altijd, dit merken wij ook en ook naar Nederlanders is er wantrouwen. Dit is van generatie op generatie doorgegeven en dat maakt een open communicatie extra belangrijk. Antillianen hadden tijdens de slavernij geen enkele  verantwoordelijkheid en ook dit sijpelt nog steeds door. Als iemand zich heeft gesneden zegt hij ‘E cuchu a kortami’, letterlijk vertaald is dit ‘het mes heeft me gesneden’ , als hij de bus mist zegt hij ‘E bus a bai lagami’, ‘de bus is zonder mij weggereden’. Alsof hijzelf geen rol speelt!  Met de jongeren beginnen we dan ook met de vraag ‘wie ben ik en hoe ben ik zo geworden? Herken ik nu bij mezelf dingen die tijdens de slavernij een rol speelden en vooral: Wat ga ik daar aan doen.’  Oftewel: ‘Leren om verantwoordelijkheid te nemen’.  Slaven mochten niks, waren niks, hadden geen rechten, geen identiteit, geen verantwoordelijkheid. Kijk eens naar veel Antilliaanse gezinnen waar vaak geen vader te vinden is. Tijdens de slavernij werden gezinnen bewust uit elkaar gehaald, de kinderen werden door een Oma opgevoed, want moeder moest werken en de vaders hebben ze nooit gekend. Dus dat is in zekere zin nog steeds zo. Het is gewoonte geworden.”

Boosheid

“Onder dit alles zit ook boosheid. Nederland heeft nog nooit sorry gezegd of excuus aangeboden. En soms wordt gezegd dat het aandeel van Nederland in de slavenhandel wel meeviel. Maar de Antillen waren dè plek van waaruit de slaven naar Noord en Zuid Amerika werden verhandeld;  Curaçao was  hèt centrum in de slavenhandel in e 19e eeuw, dus hoezo?”