Reportage
#ikbeneengroninger – Afl. 14 Cyprus
We interviewen Maria in het parkje aan de Westerkade in Groningen, waar ze vlakbij woont. Maria komt uit Nicosia, de hoofdstad van Cyprus. Ze vertelt ons dat de stad qua omvang meer een groot dorp is: “ongeveer de grootte van Groningen”. Maar de sfeer is er anders, zegt ze: “In Groningen merk je dat alles heel vreedzaam verloopt. Nicosia is nog steeds verdeeld: Turks Cyprus en Grieks Cyprus. Het is geen probleem om van het ene naar het andere deel te reizen, maar iedereen moet een paspoort laten zien om de grens over te gaan. Sommige mensen doen dit niet, omdat ze het onnodig vinden in eigen land. Alles verloopt vredig, maar toch is er altijd een bepaalde spanning. Op het Griekse deel staat het Griekse leger aan de grens, op het Turkse deel het Turkse leger. In het midden is er een verenigd leger.”
Maria kwam naar Groningen omdat haar partner hier een baan kreeg. Inmiddels heeft ze zelf een baan als docent psychologie aan de RUG. Voorlopig zijn ze van plan hier te blijven. Beiden hebben een vast contract en het leven in Groningen bevalt hen goed: “Het leven hier is heel gemakkelijk. Met de fiets kun je overal komen binnen 10 minuten. De mensen zijn gelukkig en betrouwbaar. Het is heel eenvoudig om een praatje te maken en iedereen is vriendelijk. Het is eens voorgekomen dat ik iets kocht in een lokale winkel en mijn portemonnee was vergeten. Ze zeiden me de boodschappen mee te nemen en de volgende dag terug te komen om te betalen. Dat vind ik bijzonder. Mensen durven elkaar hier te vertrouwen.”
Wat Maria het meeste mist aan haar eigen land is het weer, de zon. Ook vertelt ze ons dat ze het eten mist. Ze is gewend drie tot vier keer per week bonen te eten, veel vis en weinig vlees. “Ik kan alle ingrediënten hier ook kopen, maar toch voelt het anders. Ik mis eerder de eetcultuur dan het eten zelf. Het is hier veel minder spontaan. Ik ben gewend om bij een vriend thuis langs te gaan, wanneer ik tijd heb en daar zin in heb. Dan kun je gewoon een bakje koffie krijgen of mee eten. Hier heb je voor alles een kalender nodig.
De vriendenkring van Maria bestaat voornamelijk uit internationals. Ze legt uit waar dat door komt: “De meeste mensen heb ik ontmoet via de universiteit en via hun netwerk. Omdat zij ook niet hier vandaan komen begrijpen we elkaar beter. De Groningers hebben hier hun leven, familie en sociale verplichtingen. Als expat heb je veel meer tijd om elkaar te ontmoeten omdat je bijvoorbeeld geen familiebezoeken hoeft te doen. Plus dat het niet gemakkelijk is om vrienden te worden met de locals. Een gesprek met ze voeren is zeer eenvoudig, maar bij hen thuis uitgenodigd worden is iets heel anders. Als dat het geval is, ben je een vriend, het betekent iets. In Cyprus kun je iemand thuis uitnodigen voor een ontmoeting en diegene vervolgens nooit meer zien. Dat zou hier niet voorkomen.”
Verder vertelt Maria dat ze gek is op dansen en badminton. Ze doet het hier niet veel, het lijkt in haar ogen niet zo populair te zijn onder Groningers. Wel is ze heel tevreden over het cultureel aanbod. Zo bezocht ze een concert van Rodriguez in de Oosterpoort. “Het mooie is dat ik hier veel mensen kan zien die ik nooit verwacht had te zien. En dan komen ze dus wel in Groningen.”
Tekst: Cindy Visser