Algemeen nieuws
Het Nationale Slavernijmuseum in Amsterdam
11 september kwamen de drie kwartiermakers van het Nationaal Slavernijmuseum, Peggy Brandon, John Leerdam en David Brandwagt naar Groningen om de Groningers bij te praten over de stand van zaken, om onze vragen te beantwoorden, maar ook om onze steun en hulp te vragen en verhalen te horen. Behalve Groningen bezoeken ze ook andere plekken in Nederland. Het streven is het museum te openen in 2030 op het Java eiland in het IJ, vlak achter het station. Het museum moet aan het water liggen, want er moet een connectie zijn met al die schepen die naar de West en Oost voeren om tot slaaf gemaakte mensen te verhandelen.
Peggy Brandon vertelde het inhoudelijke verhaal. Wat gaan we zien in het Museum? Dat verhaal zal zo compleet mogelijk zijn. Het zal gaan over de West en de Oost, over tot slaafgemaakten en contractarbeiders, de opstanden, de spiritualiteit, over de Marrons en over de vele persoonlijke verhalen die er zijn. Peggy: “Het gaat over het dagelijks leven en ook over pijn, armoede en stress. Maar er was ook vreugde en skills, voor elkaar zorgen en cultuur en identiteit die is meegenomen en heeft overleefd. Het gaat niet alleen over de Trans-Atlantische slavernij het is veel breder, het gaat ook over Zuid Afrika, Noord Amerika en het Aziatische deel. Ook daar gaat het over meer dan een miljoen mensen, de aantallen zijn enorm en daar moeten we over nadenken.” Peggy is op vele plekken in binnen en buitenland geweest om te luisteren en verhalen op te halen. “We zijn supersociaal.”
Van John Leerdam hoorden we over de vele plekken die ze bezocht hadden in Nederland, Afrika, Suriname en de Caribische eilanden, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika waar ze ook musea hadden bezocht. De lobby voor een Nationaal Slavernij museum startte 70 jaar geleden vertelde hij. Zijn motto is “Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced.”
Er is veel nagedacht over het gebouw, de uitstraling ervan, de plek waar het staat en wie het gaat ontwerpen zegt David Brandwagt. Hij vertelde enthousiast dat het museum op het Java eiland in het IJ gaat komen. ‘Een prachtige, waardige plek’ noemt hij het. Het museum moest in het water komen, bij de haven, want dat legt een relatie met al die schepen die naar de West en de Oost voeren. Het gebouw wordt 10.000m2 groot, verdeeld over 3 verdiepingen en dan blijft er nog veel over om een mooi park aan te leggen. Vanuit Groningen is het Javaeiland met de trein goed te bereiken vertelde hij en daar gaat het ook om, het is een nationaal museum en het moet voor iedereen goed bereikbaar zijn. Er komt een internationale architectenprijsvraag, en daar zal de naam uitkomen van iemand die affiniteit heeft met het slavernijverleden. De verwachting is niet dat deze uit Nederland zal komen.
Na deze presentaties was het tijd voor vragen. Als eerste werd gevraagd in hoeverre de huidige regering deze plannen (negatief) kan beïnvloeden. Johan Leerdam die dat een goede vraag noemde, vertelde dat het museum de steun van de VVD en NSC heeft. Bovendien staat het in de rijksbegroting en de verwachting is dat die wordt aangenomen. Peggy vulde aan dat er een aantal mensen in de politiek een persoonlijke reis hebben gemaakt en de waarde van een Nationaal Slavernijmuseum hebben leren inzien. “Ja, voor sommigen is dat onmogelijk, maar het gaat er vooral om dat er mensen zijn die hiervoor hun nek uit willen steken”, zegt ze.
Adreas Blühm, directeur van het Groninger Museum, vol lof voor de presentatie en de verhalen kwam met een interessante vraag. Hij wees naar een tentoonstelling in het Rijksmuseum over de Slavernij die hij heel keurig en goed noemde, maar waar hij het gevoel miste, wat hij de immersive experience noemde. Blühm: “Je wilt de emotie bereiken en emotie staat voor nieuwsgierigheid en dat staat weer voor de kennis.” Als voorbeeld van zo’n ervaring noemde hij een bezoek aan het Apartheid Museum in Johannesburg. Bij dit museum ervaar je Apartheid aan den lijve omdat er bij de kassa aparte ingangen zijn voor wit en zwart. Dat is hem bijgebleven. Hij vroeg ook hoe je voorkomt dat je preekt voor eigen parochie, hoe je dus iedereen kan bereiken met dit museum en niet alleen de mensen al belangstellend zijn.
Het was duidelijk dat voor Peggy Brandon deze ervaring ook belangrijk is. Ze vertelde dat dit juist iets was dat ze ook in gesprekken met jongeren meekreeg. Het museum zal meer lagen laten zien, voor sommigen is één laag voldoende zegt ze, anderen zullen de diepte opzoeken en daar zullen ze rekening mee houden.
Op 10 oktober is er een conferentie Building Bridges met als internationale gast Bryan Stevenson ( een jurist die zich inzet voor sociale rechtvaardigheid in de VS met name voor de zwarte bevolking, hij zet zich ook in voor een correcte presentatie van het slavernijverleden in de Zuidelijke staten van de VS) in De Duif in Amsterdam.
Wil je meer informatie of wil je ambassadeur worden kijk dan op de website van het Nationaal Slavernijmuseum