Verhaal
Heimwee naar het Zuiden
Warm was het. Erg warm tijdens mijn vakantie in het diepe zuiden. De zon liet, onder een strakblauwe lucht de temperatuur regelmatig stijgen tot 38 graden Celsius. Voor de duidelijkheid: ik heb het over het zuiden van Nederland waar ik oppas was van Buffel, een hondje, te oud om met het baasje mee op vakantie te gaan. Samen sloffen we een paar keer per dag naar de bomen aan de singel: schaduw, schaduw, schaduw dat hebben we nodig. En bij thuiskomst ijswater uit de koelkast in de drinkbak. Puffend begin ik aan mijn laatste dag. Baasje komt terug en ik ga naar huis.
In de trein waar de airco overuren maakt -had ik maar een vest of sjaal bij de hand- glijdt half Nederland diagonaal langs mijn raam. Buiten zie ik verschroeid gras en gele babymaïsstruikjes. Overal bootjes en overal gezond verkleurde mensen. Sloten die droog staan. Plassen met een blauwgroene aanslag op het water.
Ondanks de hitte was het een leuke tijd. Een zogenaamde heimwee vakantie. Ik kom uit het zuiden en neem de zachte ‘g’ weer mee terug als souvenir. Evenals de viltjes van de eindeloze rij terrasjes en speciaalbiertjes-op-de-tap, die daar pilskes genoemd worden. Moet ik niet terug?
De trein rijdt genadeloos verder. Die heeft geen tijd voor dit gezeur.
Toch blijft het mij bezighouden. Dat Bourgondische, het zingende dialect, de eindeloze gastvrijheid waar ik altijd zo naar verlang en waar ik nu, na lange tijd, weer eens zo volop van heb genoten. Is het geen tijd om aan dat verlangen gehoor te geven en definitief terug te verkassen?
Zo pieker ik verder alle mitsen en maren in mijn verhitte hoofd opsommend.
Ik schrik als er ‘eindbestemming van deze reis’ door de microfoon klinkt. Wat? Ben ik er al?
Na ruim 3 uur sabelt de hitte op Groningen Centraal mij bijna neer. Ook hier dus. Maar… buiten het station waait er een verkoelend windje. Kijk, dat is lekker, daar knap ik van op. Dat heb ik trouwens wel erg gemist daarginds. Meteen voelt mijn hoofd een stuk lichter. Ik zie de vertrouwde torens van de stad, de brug en het museum opdoemen en lees de spandoeken: twee weken 50 jaar kei-festival-extra, iets verder: spetterend Noorderzonfeest in het plantsoen. En als kers op de taart: 28 augustus het Gronings ontzet! Toe maar! Ongelooflijk! Waar vind je zoveel plezier en voor elk wat wils? Als je thuiskomt van vakantie begint het feest hier pas goed, zo lijkt het.
Een minuut later staat mijn besluit vast en voel ik: het is wat het is en blijft wat het was en: ‘dat is Groningen!’