Verhaal
Drugs in the city
Er wordt een deur geopend naar een mysterieuze wereld. Een aantrekkelijke wereld. Je loopt door de deur en plotseling wordt de deur keihard in je gezicht dichtgesmeten. De deur krijg je niet meer open en je zit opgesloten. Wat zich achter de deur schuilhield is niet zo aantrekkelijk meer. Eenzaamheid, verdriet en verwarring vreten je langzaam op. Als stilte nog nooit zo luid is geweest weet je dat je verslaafd bent.
Dinsdag zit ik met Marcel bij het News Café. Hij is een ex-verslaafde die zijn verhaal wil delen met mij. ‘Ik neem je graag mee in een verhaal waarvan ik een van de weinigen ben die het mag vertellen.’
‘Waarom vind je het zo belangrijk dat je jouw verhaal deelt?’, vraag ik hem. ‘Ik ben er klaar mee dat er nog steeds een taboe heerst rondom verslavingen. Het moet bespreekbaar worden. Natuurlijk schaam ik me, maar dit is de waarheid en mijn verhaal ’, antwoordt hij.
Ik doe honing in mijn kopje en roer het goed door mijn muntthee. Marcel krijgt flashbacks van zijn jeugd. ‘Mijn moeder was een alcoholiste, ik had geen vader die er voor me was. Ik was baldadig en later een vandalistische jongen die een taakstraf kreeg voor het opblazen van bouwketen en telefooncellen met zelfgemaakte bommen.’ Zoals velen leek hij een macho jongen als hij op school was, maar was van binnen eigenlijk heel gebroken. De ongelukkigheid bleef hem als een zwarte schaduw achtervolgen naarmate hij ouder werd.
‘Op een gegeven moment ging het gewoon niet meer met mijn werk, mijn relatie en mijn sport. Ik gunde mezelf een uitweg en vond dat ik daar recht op had. De dopamine zorgde voor de kick, maar net zo snel als dat die kwam, verdween die ook weer. Daarna ging alles mis.’
Marcels dochter en vrouw boeiden hem niks meer. Het enige dat telde, was cocaïne en basecoke. Marcel kon makkelijk drie gram op krijgen per dag. ‘Ik gebruikte overal cocaïne. Stiekem thuis op zolder, op parkeerplaatsen en op de wc’s van mijn werk.’ Zijn relatie met zijn dochter en vrouw verslechterde. ‘Ik kende mijn grenzen niet meer’, zegt hij spijtig. Ook de boetes stapelden zich op. ‘Wat er gebeurde was dat ik abonnementen ging afsluiten op mijn naam. De toestellen gaf ik dan aan dealers in ruil voor drugs.’
‘Ik ben hierna dakloos geworden voor één maand en als vermist opgegeven bij de politie.’ Marcels auto werd zijn huis. De politie hield hem op een dag aan en arresteerde hem voor het bezit van drugs. In de cel deed Marcel een zelfmoordpoging. ‘Ik dacht aan mijn dochter en stopte onmiddellijk.’ Nadat hij vrij was gelaten had Marcel een week lang cocaïne gebruikt zonder te slapen. ‘Dat was een keerpunt in mijn leven.’ Marcel besefte dat het mensen in de drugswereld niet uitmaakte of hij nu dood of levend was en liet zich in een kliniek opnemen.
Jaren later is Marcel ‘nog altijd verslaafd’, maar heeft hij geleerd om ermee te leven.
Inmiddels heeft Marcel al meer dan 4000 leerlingen kunnen raken met zijn workshops waarbij hij zijn verhaal vertelt en geeft hij rondleidingen door de stad Groningen. ‘Noorderplantsoen, Boterdiep, Vinkhuizen, Oosterpark, Folkingestraat, Paddepoel en de Ebbingestraat zitten vol met dealers. Ik zal leerlingen blijven waarschuwen voor de gevaren rondom hen.’ Naast het geven van workshops, is Marcel actief als Sensei bij Ashihara Karate, zwemt hij, loopt hij hard en is hij natuurgids voor verschillende organisaties, laat hij me met trots weten. Maar hetgeen waar hij het meest trots op is, is dat hij weer ‘een vader voor zijn dochter kan zijn.’